In 1995 schilderde Jan Andriesse een groot doek in de kleuren van de regenboog. De verf, vermengd met marmerpoeder, is laag voor laag aangebracht, waardoor het oppervlak zachtjes lijkt te stralen. Het is onmogelijk aan te wijzen waar precies de ene kleur overgaat in de andere. Toch is het niet zozeer het lumineuze licht dat intrigeert, maar eerder die merkwaardige onaanraakbaarheid van wat zich toch duidelijk voor onze ogen aftekent. Het schilderij hangt in Museum De Pont, waar het een publieksfavoriet is. Hoewel wetenschappelijke theorieën over maatverhoudingen, getallenreeksen en kleurenleer een rol spelen in zijn werk, is het bovenal gefundeerd op zintuiglijke waarneming. In zijn atelier op een voormalige woonboot op de Amstel observeerde de kunstenaar dag na dag het veranderende wateroppervlak en de reflecties van het licht, die hij weergaf in subtiele tekeningen, etsen en schilderijen.
Op 19 augustus 2021 overleed Jan Andriesse. Hij was deelnemer aan De Ateliers van 1970 tot 1972. In 1975 nam hij deel aan de eerste groepstentoonstelling van Ateliers-alumni in Haarlem. Belangrijke solotentoonstellingen vonden plaats in Museum De Pont (Tilburg), Museum Kurhaus (Kleef) en Galerie Paul Andriesse (Amsterdam). Andriesse was ook actief als curator, schrijver en filmmaker. Voor Museum Jan Cunen in Oss stelde hij in 1996 de tentoonstelling ‘Schemering – tussen licht en donker’ samen. In 2000 volgde een tentoonstelling met werken van de 19e-eeuwse schilder Jan Hendrik Weissenbruch. Met filmmaker Maarten de Kroon maakte Andriesse de meermaals onderscheiden documentaire ‘Hollands Licht’ (2003) en een film over de 17e-eeuwse kunstenaar Johannes Torentius (2016).